schwob_logo

schwob

marcel
The World's Best Unknown Books
26 01 2015

Marcel Schwob en het lezen tussen de regels

‘Quand on ajoute un à un, disait Platon dans sa République, qu’est-ce qui devient deux, l’unité à laquelle j’ajoute, ou celle qui est ajoutée?’

‘De echte lezer construeert bijna net zo als de auteur: hij bouwt alleen tussen de regels. Hij die niet weet te lezen in het wit van de pagina’s, zal nooit een echte boekenliefhebber worden. Het zien van de woorden roept, net als het geluid van de noten van een symfonie, een optocht van beelden op, die je met zich meevoert.’

Aldus Marcel Schwob in de allerlaatste pagina’s die hij schreef, in de bundeling korte prozastukken die door zijn vriend Paul Fort in 1905 werd bezorgd onder de titel Il libro della mia memoria.

Schwob, doodziek en praktisch uitgeschreven, heeft het over zijn vroegste leeservaringen, over de verhalen van Robinson Crusoë, Blauwbaard en Aladdin. Lezen roept beelden op, zo suggereert Schwob, vooral beelden van gebeurtenissen of voorvallen waarover in verhalen niet wordt uitgeweid. Want hoe zag die lamp van Aladdin er eigenlijk uit? En hoe poetste hij die op, met fijn zand? Dat was immers de manier waarmee de vrouw van Blauwbaard probeerde de bloedvlekken te verwijderen van de sleutel die paste op de verboden kamer? Wat was er trouwens met die sleutel – wat betekende het dat die sleutel fée was? En hoe fragiel en fijnbewerkt moesten die glazen muiltjes van Assepoester wel niet zijn….

Pas later, aldus Schwob, begreep ik dat die bebloede sleutel was betoverd, en dat de muiltjes van Assepoester niet van glas (verre) waren, maar van eekhoornbont (vair). Maar nu ik dat weet, zo verzucht hij, ‘zie’ ik die sleutel niet meer, net zoals ik de glazen muiltjes van Assepoester niet meer zie.

Schwob kijkt in de laatste regels die hij noteerde niet alleen weemoedig terug op het verdwijnen van de betovering van wat onverteld of onverklaard bleef. Hij geeft er ook mee aan wat hij in zijn eigen vertellingen had geprobeerd. Want Schwob maakte van het ‘schrijven tussen de regels’ een kunst.

Zo begint het essay dat Pieter de Nijs 2011 over Marcel Schwob schreef. Lees hier verder.