Het oeuvre van Baroja neemt een belangrijke rol in binnen de 20^e eeuwse Spaanse letteren. Het geeft ons een tweeledig beeld van Spanje , een land dat de afgelopen eeuw een enorme ontwikkeling heeft doorgemaakt. Toen Spanje aan het eind van de 19^e eeuw haar laatste koloniën kwijtraakte, kwam het in een identiteitscrisis terecht. Het was niet langer het wereldrijk dat het vanaf de 16^e eeuw was geweest: haar identiteit moest opnieuw worden uitgevonden. Intellectuelen, later bekend onder de naam la generación de ‘98 bogen zich over dit Spaanse vraagstuk. Onder hen ook de romanschrijver Pío Baroja.

Pío Baroja heeft zijn romans in negen trilogiën en één tetralogië gegroepeerd met elk een eigen thema. Enkele thema’s zijn, ‘het Baskische land’, ‘de levensstrijd’, ‘ras’ (in 2012 uitgegeven in Nederlandse vertaling), ‘de verloren jeugd’ en ‘de steden’. Uit deze laatste categorie komt het boek César o nada dat deze week is uitgekomen bij uitgeverij Menken Kasander & Wigman Uitgevers onder de titel Caesar of niets.

Caesar of niets begint in Rome, waar de ambitieuze César Moncada in de leer gaat bij zijn invloedrijke oom kardinaal Fort. Zijn ambitie is om in de voetsporen te treden van Cesare Borgia, de wrede en machtige zoon van Paus Alexander VI, en Spanje, net als Italië onder een machiavellistische leider te laten bloeien.

Caesar mag zijn opleiding in Rome toetsen in het kleine Spaanse provinciestadje Castro Duro. Hij trekt het stadje uit de slaperige orde van de dag en heerst zoals hij het in Rome heeft geleerd. De ene na de andere vijand wordt uitgeschakeld. Een lieftallig meisje blijkt het grootste gevaar.