Tibor Déry (1894-1977) was een Hongaarse schrijver. In zijn jonge jaren was hij nog aanhanger van het communisme, maar nadat hij in 1953 uit de Hongaarse Communistische Partij werd gezet begon hij satire te schrijven over het Hongaars Communistisch regime.

Hij kon zich moeilijk aanpassen aan algemeen geaccepteerde regels. Dit blijkt ook uit zijn autobiografie Geen oordeel (1969, in Nederland verschenen binnen de Privé-domein reeks).

Tibor Déry komt uit een rijke joodse familie uit Boedapest. In 1919 sloot hij zich aan bij de communistische partij en werkte voor de revolutionaire regering van Bela Kun dat binnen een jaar viel. Déry werd verbannen, en de daaropvolgende vijftien jaar kwam hij niet in Hongarije. In 1935 keerde hij voorgoed terug.

In 1953 werd Déry uit de naoorlogse communistische partij gezet wegens het bekritiseren van diens onderdrukkende politiek. Hij sloot zich aan bij de reformistische partij van Imre Nagy, en nadat deze in 1956 werd neergeslagen, werd Déry veroordeeld tot een gevangenisstraf van negen jaar. Schrijvers van over de hele wereld (onder andere Camus, Sartre, E.M. Forster, Rebecca West en Alberto Moravia) kwam voor hem in opstand, en in 1960 werd Déry niet alleen vrijgelaten, maar kreeg hij ook toestemming om onder relatief vrije omstandigheden te publiceren en reizen.

Sinds 1984 wordt in Hongarije de naar hem genoemde literaire Tibor-Déry-Prijs uitgereikt.