Natsume Sōseki (1867-1916) wordt gezien als de belangrijkste Japanse romanschrijver uit zijn periode, met een grote invloed op de moderne Japanse literatuur. Hij schreef een breed scala aan romans, essays, haiku’s en Kanshi-poëzie.

In 1900 werd bij door het Japans Ministerie van Onderwijs voor twee jaar naar Londen gestuurd om Engels te leren, en werd bij terugkomst aangesteld als docent Engels aan de Imperiale Universiteit van Tokyo. In 1905 publiceerde hij zijn eerste fictie-werk, ‘Wat is een kat’, waarin hij vermomd als kat op satirische wijze zijn leven beschrijft. De autobiografische roman ‘Botchan’ (1906) en het essay ‘De Schetsstijl’ (1907) volgden. In 1907 stopt hij met lesgeven om in dienst te treden van een links-liberale Asahi-krant, een besluit dat een schok teweegbracht bij zijn tijdgenoten. Hij publiceerde tegelijkertijd romans met de snelheid van gemiddeld een per jaar. Dit latere werk van Natsume is meer realistisch, met scherpe psychologische analyses. Belangrijke thema’s zijn de strijd van eenvoudige mensen tegen het harde, armoedige bestaan en het conflict tussen plicht en verlangen. Kokoro: de wegen van het hart (1914) is zijn bekendste roman. Het is tevens het enige boek dat van hem in het Nederlands is verschenen maar andere belangrijke werken van hem zijn wel te lezen in het Engels, zoals Botchan, Kusamakura en The Miner .

Natsume stierf op 49 jarige leeftijd aan de gevolgen van een maagzweer.