De vriendschap van vijf kinderen
Manja Anna Gmeyner
Vertaling Jantsje Post
In Manja volgen we vijf kinderen – van uiterst verschillende afkomst, maar alle vijf verwekt in het voorjaar van 1920 – die elkaar dagelijks ontmoeten op een verlaten ruïneterrein.
Schitterend hoe de auteur de wereldgeschiedenis vervat in vijf jonge levens. Voor alle lezers van Alleen in Berlijn.
Gerda Aukes, boekhandel Den Boer, Baarn
Het centrum van het hechte groepje is Manja, een betoverend meisje afkomstig uit een Poolse sjetl. De vier jongens en Manja moeten hun paradijs voortdurend beschermen tegen ‘Klasse’ en ‘Rasse’, van domheid en nijd. Zij proberen hun vriendschap en wederzijds vertrouwen te verdedigen tegen hun ouders, die tijdens het opkomend nazisme ontsporen. Manja neemt het voortouw, en slaagt erin de vriendengroep bij elkaar te houden. Tot hun vriendschap in 1933 zwaar op de proef gesteld wordt, omdat Manja en Harry opeens niet meer ‘raszuiver’ zijn.
Net zo kleurrijk als Hans Fallada vertelt Anna Gmeyner over mensen en hun hoop en verwachtingen aan de vooravond van het Derde Rijk.