De rafelranden van het grote New York
McSorley’s wonderbaarlijke saloon Joseph Mitchell
Vertaling Dirk-Jan Arensman
Joseph Mitchell heeft een scherp gehoor voor zelfs de kleinste details.Als schrijver is hij ongeëvenaard en komt hij dicht in de buurt van de twee auteurs die hij zelf het meest bewonderde: James Joyce en Mark Twain. - Literair Nederland
Stilist van wereldklasse
Literair Nederland
Joseph Mitchell muntte ooit, midden jaren dertig, de klassieke The New Yorker-reportage. Liefdevolle en uiterst intensief geresearchte stukken, geschreven door een journalist met de stilistische gaven van een groot romancier. Mitchell was gefascineerd door de ‘rafelranden’ van New York. In de buitenwijken en de havens, de nachtrestaurants en de goedkope kroegen leefden emigranten, vissers en kleine criminelen wier verhalen hij allemaal wilde horen.
McSorley’s wonderbaarlijke saloon (1943) is een verzameling van portretten van het personeel en de stamgasten van de oudste kroeg van de grootstad (McSorley’s). Mitchell schreef over de Mohawkindianen die als bouwvakkers aan de wolkenkrabbers werkten, over kruimeldieven, bedriegers, zelfverklaarde visionairs, eindtijdpredikers en verloren zielen. Over een vrouw-met-baard en haar tragische circusbestaan of over die goedhartige dame in een kaartverkoophokje van een bioscoop op de Bowery, die zich met een stoer soort mededogen over de plaatselijke zwervers ontfermt. Allemaal komen ze aan bod in deze unieke verhalenbundel. Portretten van mensen die je dankzij hem nooit meer vergeet.
Hieronder vindt u een essay van Auke Hulst over Mitchells leven, persoonlijkheid en werken.
McSorley’s wonderbaarlijke saloon van Joseph Mitchell hoort bij de 10 herontdekkingen voor 2017.