schwob_logo

schwob

marcel
The World's Best Unknown Books
11 10 2017

Over: Virginia Woolf - De jaren

Inleiding

Heleen van Duijn

Delia heeft maar één wens als ze op een regenachtige voorjaarsdag in 1880 aan het sterfbed van haar moeder zit: ‘She longed for her to die.’1 Terwijl haar vader net is teruggekeerd van een bezoek aan zijn club en zijn maîtresse, haar broers en zussen in de huiskamer wachten tot het theewater kookt en de bediende Crosby door het huis schuifelt, kijkt Delia verlangend uit naar het moment waarop haar moeders dood een einde zal maken aan een gedruktheid die onverdraaglijk is voor het levenslustige meisje. Het overlijden van de moeder brengt niet de langverwachte verlossing, maar een nieuwe vorm van beklemming: Delia moet zich gedragen als iemand die in de rouw is, zonder dat ze de bijbehorende emoties voelt. Ze constateert dat zowel zij als haar vader, kolonel Abel Pargiter, wanhoop en verdriet simuleert. Ze doen allebei alsof, maar er is een verschil: ‘he’s doing it better than I am.’2

Met de sterfscène uit The Years geeft Woolf uitdrukking aan het verstikkende ideaal van het familieleven destijds en levert ze de opmaat naar ruim vijftig jaar Engelse geschiedenis, van 1880 tot 1933, een overgangsperiode waarin koetsjes en landauers uit het straatbeeld verdwijnen om plaats te maken voor omnibussen en de eerste auto’s, van strenge fatsoensnormen en ingetogenheid naar nieuwe beloften en verworvenheden. Het is aan de verschillende telgen van de familie Pargiter de vertrouwde tradities achter zich te laten en een positie te veroveren in de moderne tijd.

The Years heeft door de historische invalshoek en naturalistische dialogen veel weg van een conventionele familiesage. De recensenten waren geïmponeerd door haar stijl en verbeeldingskracht, maar sommigen vroegen zich wel af of Woolf, schrijfster van experimentele romans als Jacob’s Room(1922), Mrs. Dalloway(1925), To the Lighthouse(1927), Orlando(1928), The Waves(1931), was teruggekeerd naar een traditionele vertelling. Uit de ontstaansgeschiedenis blijkt echter dat ook The Years het resultaat is van een experiment. Aanvankelijk wilde Woolf geen roman schrijven, maar een vervolg op A Room of One’s Own(1929). In dit politieke pamflet ging zij na met welke beperkingen vrouwelijke schrijvers door de eeuwen heen te maken hadden.

Vanaf 1931 verzamelde Woolf krantenberichten met politieke uitspraken over verschillende vormen van onderdrukking en over de dwarsverbanden tussen het patriarchaat en militair vertoon. In 1932 begon ze aan The Pargiters, een ‘novel-essay’ waarin ze feitelijke betogen wilde combineren met realistische verhaalscènes. De keuze van het materiaal berustte grotendeels op haar eigen preoccupaties: ‘And there are to be millions of ideas but no preaching – history, politics, feminism, art, literature – in short a summing up of all I know, feel, laugh at, despise, like, admire hate & so on.’3 Tijdens het schrijven ontdekte ze dat intellectuele pleidooien niet onder te brengen zijn in een literair kunstwerk. Uiteindelijk heeft ze de polemische gedeeltes eruit gehaald – die zou ze onderbrengen in Three Guineas – en bleef de roman The Years over.

The Years bestaat uit acht kortere stukken die geflankeerd worden door twee langere gedeeltes. Woolf heeft ieder hoofdstuk een jaartal als titel gegeven om te eindigen met ‘Present day’ (1930-1933). Zo kon ze via sprongen in de tijd en vanuit verschillende perspectieven scènes uit het leven van de Pargiters in beeld brengen: Eleanor neemt de zorg voor haar vader op zich, Abel Pargiter brengt zijn nichtje Maggie een verjaardagscadeau, de oudste zoon Edward studeert in Oxford en is verliefd op zijn nicht Kitty, Delia ondersteunt de strijd voor Iers zelfbestuur, Rose zet zich in voor vrouwenrechten, Milly trouwt en krijgt kinderen, Morris gaat bij de rechtbank werken en Martin bouwt een bestaan op in India. In het laatste hoofdstuk treffen ze elkaar op het feest van Delia. Daar vragen de jongeren zich af wat het leven voor hen in het verschiet heeft, terwijl de ouderen terugkijken op hun verleden. Hebben ze de levensvervulling, positie of liefde gevonden die ze voor zichzelf in gedachte hadden?

Elk hoofdstuk staat in het teken van een bepaald seizoen of type weer en krijgt zo een eigen atmosfeer mee. De onophoudelijke regenval in het eerste deel kleurt de bedrukte stemming van de Pargiter-kinderen. Wanneer Eleanor de schuilkelder opzoekt tijdens een luchtaanval in Londen is het een ijskoude winternacht – ‘so silent that the air seemed frozen’.4 ‘Present Day’ ademt de verwachting van een stralende zomerdag. Gevoelens van onmacht en gevangenschap worden afgewisseld door een verlangen naar licht en vrijheid. Via terugkerende beelden, uitspraken en geluiden lopen deze uitersten als een rode draad door de scènes heen. ‘When shall we live adventurously, wholly, not like cripples in a cave?’ vraagt Eleanor zich tijdens een bombardement af.5

In The Years draait het niet om de sociale en politieke veranderingen of de persoonlijkheden van de verschillende Pargiters, maar om abstracte thema’s als tijd en herinnering, vrijheid en onderdrukking en de verhouding van de enkeling tot de groep of maatschappij. De personages gaan ieder voor zich na welke rol er voor hen is weggelegd. In hoeverre moeten en willen ze een plaats innemen als een individu met een vastomschreven identiteit, een ‘I’?

Is het mogelijk een oprecht en integer leven te leiden in een vijandige omgeving? Deze vraag was in de jaren dertig, met Hitler in opkomst, extra urgent, maar speelde voor Woolf al vanaf haar kindertijd. De parallel tussen de repressieve cultuur waarin zij was opgegroeid en het masculiene militarisme van het twintigste-eeuwse leven stond haar helder voor ogen. Door haar eigen ervaringen te projecteren op haar romanpersonages kon Woolf uiteenlopende sociaal-maatschappelijke identiteiten in beeld brengen. Vaak zijn dit vrouwen die streven naar een intellectueel onafhankelijk bestaan in een patriarchaal georiënteerde maatschappij.

The Years omvat de periode waarin Woolf zelf leefde en overschrijft daarom in zekere zin haar voorgaande romans. De gruwelen van de oorlog, de restricties die haar klasse en het familieleven met zich meebrachten, de vroegtijdige dood van een moeder, de impact van een erudiete, maar autoritaire vader, de opwinding van het Londense leven en de bekoring van het buitenleven, al deze elementen pakt Woolf weer op in The Years, maar ze toont ze wel van hun grimmigste kant. Zo wordt de dood van de kinderrijke en alom geliefde Mrs. Ramsay in To the Lighthouse een roman lang betreurd, terwijl Delia in The Years reikhalzend uitkijkt naar haar moeders overlijden. Toen Woolf haar herinneringen aan het levenseinde van haar eigen moeder vastlegde, gaf ze een scherp beeld van deze tegengestelde emoties: ‘With mothers death the merry, various family life which she had held in being shut for ever. In its place a dark cloud settled over us; we seemed to sit all together cooped up, sad, solemn, unreal, under a haze of heavy emotion.’6

Woolfs personages weten de eenzaamheid van henzelf en anderen vaak op geheel eigen wijze op te heffen. Mrs. Dalloway bereidt haar feestje voor om uiteindelijk een geheim verbond te sluiten met de oorlogsveteraan Septimus Smith. Mrs. Ramsay zorgt met een overrompelende charme en energie voor haar man, kinderen en gasten, om na haar dood door de schilderes Lily Briscoe te worden vereeuwigd op het schildersdoek. Of het de Pargiters lukt om hun isolement te verbreken, laat Woolf in het ongewisse. Zij blijft niet lang stilstaan bij hun gevoelens en gedachten, maar stelt vooral hun vertwijfeling en geremdheid centraal: ‘How many people, she wondered, listen?’, ‘Did it matter what one said?’, ‘Why must I think?’, ‘What would the world be without “I” in it?’7

Waar wilde Woolf precies heen met een verhaal dat geen plot heeft, weinig introspectie kent en waarin de personages vooral vragen stellen en geen beweringen doen? The Years drijft, sterker nog dan haar andere romans, op een aversie van machtsvertoon en ‘humbug’. Haar mening en inzichten opleggen aan anderen was het laatste wat Woolf wilde. Deze afkeer van dwang en stelligheid zat achter haar besluit om The Pargiters te ontdoen van de betogende gedeeltes. Autoritair gedrag associeerde ze direct met het paternalisme uit haar jeugd en het fascisme van de oorlog. Woolf hield er een eigen filosofie op na, maar waakte ervoor in de voetsporen te treden van de gezaghebbers die zij zo verafschuwde. Ze wilde zich niet opstellen als autoriteit, maar als gesprekspartner. Via haar romans kon ze een dialoog aangaan met haar lezers, hun de gelegenheid bieden zelf antwoorden te formuleren en een eigen visie te ontwikkelen.

Woolf getuigde, met haar personages in haar kielzog, niet van een geloof in vooruitgang – alles herhaalt zich op steeds andere wijze –, maar wel van een sterk vertrouwen in de veerkracht van mensen. Machtsongelijkheid zal zich blijven voordoen, tussen naties onderling, binnen religieuze of maatschappelijke groeperingen, families en relaties. Daarom bleef Woolf het belang van een gezamenlijk standpunt vooropstellen. Voor haar waren vriendschap en affectie de middelen om onderlinge verschillen teniet te doen en het persoonlijke isolement op te heffen. Dit was een overtuiging waaraan zij in haar romans en essays uitdrukking gaf: ‘Communication is health; communication is truth; communication is happiness. To share is our duty.’8

Woolfs verlangen te ontsnappen aan de eenzaamheid en materialistische beperkingen van het dagelijkse leven is niet het verlangen van de escapist of romanticus. Door haar maatschappelijke betrokkenheid wist ze dat vaste routines onvermijdelijk zijn, maar dat je desondanks op zoek moet blijven naar de momenten waarop liefde en humor een gevoel van vrijheid creëren. Het is het verlangen van eenieder die de strijd aanbindt met agressie, leugens en zelfbedrog.

Heleen van Duijn

Promoveert op Virginia Woolf en Carry van Bruggen

1 The Years, Londen, Hogarth Press 1937, Penguin Books 1968, p. 20.

2 The Years, Londen, Hogarth Press 1937, Penguin Books 1968, p. 33.

3 The Diary of Virginia Woolf iv, 25 April 1933.

4 The Years, Londen, Hogarth Press 1937, Penguin Books 1968, p. 225.

5 The Years, Londen, Hogarth Press 1937, Penguin Books 1968, p. 239.

6 ‘Moments of Being’, in A Sketch of the Past, red. Jeanne Schulkind, Londen, Harcourt Brace Jovanovich 1976.

7 The Years, Londen, Hogarth Press 1937, Penguin Books 1968, p. 283, 106, 312 en 195.

8 ‘Montaigne’ (1925) in The essays of Virginia Woolf iv, red. Andrew McNeillie, Londen, Harcourt Brace Jovanovich 1986.