schwob_logo

schwob

 
Terug naar boek

Fragment

Ik wil nooit vergeven worden

Ted Hughes

Edward James Hughes werd op 17 augustus 1930 in Mytholmroyd in West-Yorkshire geboren. Hij was het derde en jongste kind van Edith (geb. Farrar) en William Hughes. Zijn vader was timmerman. In 1938 verhuisde het gezin naar Mexborough, een mijnstadje in Zuid-Yorkshire, waar William een sigarenzaak annex kranten- en tijdschriftenwinkel begon. Net als zijn zus Olwyn, die twee jaar ouder was, volgde Hughes zijn middelbareschoolopleiding aan de Mexborough Grammar School. Zijn broer Gerald, tien jaar ouder, was zijn gids en metgezel bij ontdekkingstochten in de natuur rond Mytholmroyd. Gerald gin van school voor de verhuizing naar Mexborough en had allerlei baantjes – hij werkte onder meer een tijdje als jachtopziener in Devon – voordat hij tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Royal Air Force diende en in 1948 naar Australië emigreerde. Nadat Hughes eindexamen had gedaan en hem een beurs was toegekend voor Pembroke College in Cambridge, gaf hij er de voorkeur aan eerst zijn dienstplicht van twee jaar bij de Royal Air Force te vervullen voordat hij zijn opleiding voortzette. Hij was gelegerd in raf West Kirby in de Wirral, en werd later overgeplaatst naar raf Pattrington in Yorkshire, waar hij de rest van zijn diensttijd overgeplaatst naar raf Pattrington met het uitzetten van vluchten op kaarttafels en lezen.

1952

th ging in het najaar van 1951 in Cambridge studeren, aanvankelijk Engelse literatuur. De vroegste brief uit Cambridge aan Olwyn Hughes, zijn twee jaar oudere zuster (hieronder) – te dateren van- wege de verwijzing naar de dood van koning George vi op 6 februa- ri 1952 – is geschreven tijdens zijn tweede semester daar.

Aan Olwyn Hughes - [februari 1952] - Ms Emory

Soms vind ik Cambridge fantastisch, andere keren is het een sloot vol koud, helder water waarin alle kikkers zijn ge- storven. Een vogel zonder veren is het, een beurs zonder geld, een oude, verdroogde appel, en dan weer klotst zui- vere bordeaux door de goten. Er hangt volgens mij iets in de lucht dat de mensen bijzonder alert maakt. Ik ben een enthousiast lid geworden van de boogschuttersclub. Komend weekend ben ik in Londen om Joan & Gerald in hun natuurlijke omgeving te bezoeken; het weekend daarna in Bedford en dan logeer ik bij Edna. Ik doe dat met tegenzin, wnat we besteden onze weekenden hier aan buitgenwoon luisterrijk eten: Chinees & Indiaans. Vandaag heb ik voornamelijk mijn essay over balladen geschreven, maar weet je wat ik normaal gesproken doe? Ik lees een stuk van Shakespeare voor negenen, en soms ook een half uur Chaucer. Dan ben ik de hele dag aan het zwerven tussen lezen en schrijven. Die vroege lectuur geeft me de hele dag een voorsprong. Mijn twee vrienden, de een uit Ierland, de ander uit Cornwall, de eerste twee vrienden die ik hier heb gemaakt, zijn de wildste figuren in Cambridge. Intellectuele gepsrekken komen heel weinig voor, omdat de mensen nergens in geloven. En nu is is de koning dood. Dit semester hebben we heel weinig colleges, maar die we hebben, zijn werkelijk buitengewoon goed. Een zekere meneer Rylands, die vorig jaar in slow motion experimenteerde met het ontleden van Pope, praat nu over – taal & actie in Shakes’ toneelstukken. Hij heeft een paar keer Gielgud geregisseerd – zijn colleges zijn ech- te acts, maar leuk en levendig – vol anekdotes en interessante ideetjes, en vandaag overtrof hij zichzelf. Veel dingen die ik allang wist, maar nooit echt begrepen heb – hij komt ermee, met een prachtig verhaal. Wist je dat wij de eerste elizabethanen zijn sinds Shakespeare Hamlet schreef? Zes- tig glorieuze jaren! Ik heb zitten staren naar profetische ge- schriften die voorspellen dat Engeland het tot 1960 moeilijk zal blijven hebben, en daarna machtiger dan ooit zal worden vanwege de dominions. En nu bestormen die gekken me en zijn in alle staten vanwege de publicatiemogelijkheden van mijn ‘Dagboek aan Olwyn’. Ik heb geen moment rust meer, dus ik schrijf een andere keer meer.

Th’s tien jaar oudere broer Gerald en zijn Australische vrouw Joan, brachten een van hun zeldzame bezoeken aan Engeland. De ‘vriend uit Ierland’ is Terence McCaughey, een medestudent Engels op Pembroke; de ‘vriend uit Cornwall’ is David Morton. ‘Een zekere meneer Rylands’: George (‘Dadie’) Rylands (1902 – 1999), Fellow van King’s College, die veel contacten met de literaire wereld had, in het bijzonder met de Bloomsbury Group en de Londense toneelwereld. Samen met de beroemde Engelse acteur John Gielgud maakte hij enkele Shakespearevoorstellingen.

Aan Olwyn Hughes [ongedateerd, 1952) Ms Emory

Swift is de enige stilist. De uitmuntendheid van andere schrijvers ligt in een bijzondere charme of een persoonlijke kracht waarvan het gebruik benijdenswaardig is, maar geheim blijft door het feit dat het zo persoonlijk, origineel of ongebruikelijk is. Swifts uitmuntendheid schuilt in zijn talent voor helderheid, eenvoud en kracht. Zijn onnavolgbare eigenaardigheden liggen in de keuze van onderwerp of toon, maar zijn werk is het fundament waarop elke beginnende schrijver moet bouwen. Het is de standaard voor de taal, en je kunt niet misgrijpen door het te imiteren: het is de beheerste kant van elke persoonlijke eigenaardigheid. Het kopiëren van andere schrijvers verleidt mensen tot allerlei blunders op het gebied van de goede smaak, omdat ze maniërismen imiteren waarvoor ze zelf geen aangeboren aanleg hebben. Maar het kopiëren van Swifts eigenaardig- heden kan alleen maar verfijning opleveren van de fundamentele kwaliteiten van literatuur: helderheid, precisie, beknoptheid en kracht, waarvoor iedereen het oorspronkelijke vermogen heeft.

Het belangrijkste is dat je een woord betreedt als een continent. Denk goed na over afzonderlijke woorden, dan zul je ze gebruiken als actieve verbeelding en effectieve kracht, en ze niet gewoon uit een herinneringsjargon putten om een gearomatiseerde gedachte conventioneel te omvatten. En schrijf dan gewoon, zo vaak je kunt. Swift is een van de schrijvers die ik uit mijn hoofd zou willen kennen – naast Shakespeare en Chaucer, en verheven boven alle andere. Kies een alinea die je mooi vindt, leer die uit je hoofd en herhaal hem vaak, en je zult verbaasd zijn hoe je alles wat je schrijft energie kunt geven door wat toon of taalgebruik betreft bewust te refereren aan die ene lading.

Vergeet subtiliteit, en de vluchtige franje van gewaarwording of systematisch denken, en het gecoördineerd belangrijke woordgebruik zal jou vergeten

Voor mijn zus aan het begin van haar literaire loopbaan.