schwob_logo

schwob

marcel
The World's Best Unknown Books
28 08 2013

Over: César Aira - De schimmen

De Argentijnse veelschrijver César Aira weet precies hoe hij de lezer kan verleiden

Maarten Steenmeijer (de Volkskrant)

César Aira (1949) is een schrijver op wie je moeilijk vat krijgt. Alleen al de omvang van zijn werk is nauwelijks te overzien. De Argentijn heeft inmiddels zo’n zeventig romans op zijn naam staan en daar komen er elk jaar een paar bij. Er zijn zelfs jaren dat er vijf nieuwe titels van hem verschijnen. De onderlinge diversiteit is bovendien enorm.

En ook in zijn romans schiet Aira alle kanten op. Hij beheerst een enorm scala van genres en stijlen, maar geen daarvan wil of kan hij lang trouw blijven. Een volbloed avant-gardist is hij echter ook weer niet. Daarvoor is hij teveel een verhalenverteller en te weinig een schrijver die zijn tegendraadsheid pontificaal op de voorgrond plaatst.

De schimmen verleidt regelmatig tot de indruk dat je een coming of age-roman aan het lezen bent. Maar even zo vaak haalt Aira die verwachting weer onderuit. Houvast biedt wel de toneelmatige opzet, met de eenheid van tijd, plaats en handeling. Het is de laatste dag van het jaar en we volgen de gebeurtenissen in en rond een appartementengebouw in aanbouw ergens in Buenos Aires.

Eerst komen de toekomstige bewoners poolshoogte nemen, daarna volgen we de alledaagse handelingen van de bouwvakkers en van de nachtwaker en zijn familie. De kinderen spelen, er worden boodschappen gedaan, er wordt gegeten, gedronken, gekletst.

Bijna tussen neus en lippen door wordt er gewag gemaakt van de schimmen die zich op diverse plekken in het gebouw vertonen. Ze zien eruit als naakte mannen die zichtbaar zijn dank zij de kalk waarmee ze zijn bedekt. Hun opvallendste attribuut lijkt hun penis te zijn. Tot die gedachte verleidt bijvoorbeeld de scène waarin een metselaar het geslacht van een schim pakt en het doodleuk blijft vasthouden terwijl hij doorloopt. Zo rekt hij het lid op tot zo’n tien meter lengte om het daarna - plong! - weer los te laten.

Patri, de 15-jarige stiefdochter van de nachtwaker, heeft een serieuzere band met de schimmen. Ze willen graag dat ze met hen de jaarwisseling komt vieren. Zij heeft daar wel oren naar, al zal ze er wel een hoge prijs voor moeten betalen. Patri is ook de spil van een van de andere verrassingen in de roman: een literair-filosofische verhandeling over ‘het niet-geconstrueerde’, dat Aira tegen alle regels van de waarschijnlijkheid in deel laat uitmaken van een droom van het meisje.

Die vele pagina’s lange uiteenzetting bevat intrigerende passages, maar is ook het zoveelste element dat je de wenkbrauwen doet fronsen.

Aira lezen is net zoiets als te gast zijn bij iemand die je vriendelijk uitnodigt om te gaan zitten en dan, net wanneer je je hebt geïnstalleerd, de stoel met zachte hand onder je vandaan trekt. Hij doet dit zo tactvol dat je niet geneigd bent meteen weg te lopen.

Telkens opnieuw laat je je verleiden door zijn charmes en wil je toch wel weer plaatsnemen. Van een schrijver die dat voor elkaar krijgt, ga je misschien niet houden, maar bijblijven doet hij je wel.