Jiří Weil
Tsjechië
Jiří Weil was schrijver, journalist en vertaler. Hij overleefde de Duitse bezetting in Praag door zelfmoord te fingeren en onder te duiken. In de jaren vijftig werd hij uit de schrijversbond gezet en pas aan het eind van zijn leven werd hij gerehabiliteerd.
Jiří [jhirzji] Weil (1900-1959) groeit op in de buurt van Praag bij Joods Orthodoxe ouders. Hij studeert Slavische filologie en Literatuur en schrijft tijdens zijn studie onder het pseudoniem Jiří Wilde. Hij wordt in 1921 lid van de Jonge Communisten waarvan hij later de leider wordt. In 1933 verhuist Weil naar Moskou waar hij als journalist en vertaler werkt. Hij wordt in verband gebracht met de moord op Stalins protegé Sergei Kirov, wordt uit de Partij gezet en verbannen naar Centraal-Azië. In 1935 keert Weil terug naar Praag. Hij heeft dan alle politieke aspiraties verloren en gaat bij het Joods Museum werken. En hij richt zich op zijn schrijverschap. Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog ontvluchten veel joden Praag maar Weil kan zich er niet toe zetten om afscheid te nemen van zijn thuis. In 1942 wordt hij opgeroepen om zich te melden voor een transport naar een concentratiekamp. Hij slaagt er echter in om zijn zelfmoord in scène te zetten en hij duikt onder tot het einde van de oorlog. Weil blijft schrijven tijdens deze periode en in 1949 verschijnt Leven met een ster dat na de communistische omwenteling wordt verboden.
Zowel Philip Roth als Siri Hustvedt braken een lans voor Jiří Weil in de Verenigde Staten. Hij schreef 16 boeken tot aan zijn dood in 1959. Zijn meesterwerk Mendelssohn op het dak verscheen in 1960, een jaar nadat Weil was overleden aan de gevolgen van kanker.