Over de macht van de herinnering
De laatste dag van de jeugd Antonio Delfini
Vertaling Anthonie Kee
De verhalenbundel De laatste dag van de jeugd van Antonio Delfini (1908-1963) verscheen voor het eerst in 1938 en trok aanvankelijk vrijwel geen aandacht. In 1956 werd de bundel opnieuw uitgegeven, aangevuld met een uitgebreide autobiografische inleiding en een speciaal voor deze editie geschreven nawoord. In 1963 volgde een derde uitgave: de bundel werd bekroond met de Premio Viareggio, een van de meest prestigieuze literaire prijzen van Italië. De auteur was enige maanden daarvoor overleden.
In deze verhalenbundel is melancholie bijna een understatement
Het Parool
De verhalen van Delfini worden bevolkt door personages, veelal afsplitsingen van de auteur zelf, die hun beste jaren al geruime tijd achter zich hebben, vaak treurig-melancholieke figuren, hele en halve mislukkelingen, die slechts troost vinden bij hun herinneringen en hun dagen en daden van weleer. Ze lijken machteloos te staan tegenover het lot en de voorbijsnellende tijd. Het kernthema in de verhalen van Delfini is de macht van de herinnering. De lezer betreedt een wereld van vage, onbestemde verlangens, dagdromen en verloren illusies. De verhalen spelen zich voornamelijk af in Modena, een stad die tegelijk reëel en imaginair is, waar Delfini geboren werd en waar hij overleed. Alberto Moravia zag Delfini als een van de grote geesten van de Italiaanse literatuur van de jaren dertig en voor Natalia Ginzburg waren zijn verhalen ‘van een grote schoonheid’.
… ‘niet de volmaakte schoonheid op zichzelf, maar het beeld ervan dat – via vrouwen, al had ik van zo’n vrouw slechts éénmaal een glimp opgevangen – gecreëerd kon worden, voor eens en altijd vastgelegd in een eeuwige schijn van werkelijkheid, een intens levend beeld […] en de pretentie dit beeld van de schoonheid vervolgens, dag in dag uit, terug te vinden in de levende werkelijkheid’ - Antonio Delfini over vrouwen